Cacao komt eigenlijk uit Mexico en het noorden van Zuid-Amerika. De Mexicanen, Maya’s en Azteken dachten dat chocolade je speciale krachten gaf. Zij gebruikten de cacao al eeuwenlang, nog voordat Columbus Amerika ontdekte. De keizer van de Azteken, Montezuma, dronk liters chocolade. Niet alleen omdat hij het lekker vond maar ook omdat hij dacht dat hij er heel slim en sterk van werd. In de 16e eeuw ontdekte een Spaanse reiziger, die reisde in Mexico, de cacaobonen. Hij nam de cacaobonen mee. Omdat het een belangrijk product was in Amerika. de Spanjaarden maakten van cacaobonen een zoete drank door er vanille en suiker door te doen. Ze hielden het recept geheim zodat ze de enigen waren die het recept wisten. Andere ontdekkings- reizigers gingen ook op reis om de cacaobonen en de chocolade drank. Ze vertelden het aan de rest van Europa. De Spanjaarden die in Amerika woonden maakten er koekjes van. Door er suiker en cacaopasta door te doen. Chocolade in vaste vorm zoals wij het kennen, werd pas gemaakt op het einde van de 17e eeuw. In het jaar 1870 voegden Zwitserse chocolademakers melk toe waardoor de eerste melkchocolade ontstond.
Maak jouw eigen website met JouwWeb